functionele neurologische syndromen / conversie

Wat is een conversiestoornis?

Bij een conversiestoornis zorgen uw hersenen ervoor dat sommige delen van het lichaam tijdelijk niet goed werken.

Tegenwoordig wordt een conversiestoornis vaak een functionele neurologische stoornis (FNS) genoemd. 

Een conversiestoornis is een aandoening van de hersenen, maar is er geen schade van de hersenen. Bij (lichamelijk) onderzoek zijn er geen afwijkingen te vinden aan hersenen, zenuwen of spieren. De oorzaak van de uitval is niet terug te vinden op een MRI scan of een hersenfilmpje (EEG), maar er zijn wel duidelijke en soms hinderlijke klachten. Patiënten beelden de symptomen niet in en veroorzaken de klachten niet expres zelf.

Neurologische en psychische klachten komen allemaal uit de hersenen, en kunnen elkaar versterken. Ook is het zo dat psychische problemen een rol kunnen spelen bij het ontstaan van de klachten, of zorgen er soms voor dat de klachten niet goed herstellen. 

U kunt verschillende klachten krijgen. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn, of u krijgt problemen met praten, zien of horen. 

Een conversiestoornis komt voor bij mannen en vrouwen, en op alle leeftijden, vaak ook op middelbare schoolleeftijd.

 

Wat zijn de verschijnselen van een conversiestoornis?

Bij een conversiestoornis kunt u verschillende klachten krijgen. Bijvoorbeeld:

  • Verlamming van één of meer armen of benen: u kunt plotseling een been of arm niet meer bewegen.
  • Een raar gevoel in een arm of been, zoals een tinteling.
  • Geen gevoel in een arm of been. 
  • Wegrakingen: andere mensen krijgen geen contact meer met u.
  • Trillingen of spastische bewegingen: plotseling beweegt bijvoorbeeld uw arm zonder dat u daar controle over heeft.  
  • U kunt plotseling niet meer praten, zien of horen, of u hebt moeite met slikken.  

 

Deze klachten zijn echt, u doet niet alsof. U kunt meerdere klachten tegelijk hebben en de klachten kunnen veranderen.

Bij onderzoek vindt de arts geen afwijkingen aan hersenen, zenuwen of spieren. 

 

Wat is de oorzaak van een conversiestoornis?

Wetenschappers weten nog niet precies wat de oorzaak van een conversiestoornis is. Het is wel duidelijk dat er bij een conversiestoornis iets misgaat met de signalen van de hersenen naar verschillende delen van het lichaam. De signalen komen niet of verkeerd aan bij een deel van het lichaam.

Soms ontstaat een conversiestoornis na het meemaken van een heftige gebeurtenis, zoals het verlies van een kind, een plotseling ontslag, een grote operatie, gepest worden op school of een ongeluk. 

 

Welke onderzoeken zijn nodig bij een conversiestoornis?

Wanneer u voor het eerst klachten heeft die passen bij een conversiestoornis, stuurt de huisarts u waarschijnlijk door naar de neuroloog. Een neuroloog is een specialist op het gebied van zenuwen. Soms lijkt een conversiestoornis namelijk erg op andere ziekten van de zenuwen, zoals een herseninfarct of epilepsie.

De neuroloog kan erachter komen of u een conversiestoornis heeft op basis van uw verhaal en misschien een lichamelijk onderzoek. Als de neuroloog twijfelt, kunnen meer onderzoeken nodig zijn. Deze tijd met onderzoeken is voor veel mensen een onzekere tijd.

 

Wat kunnen de gevolgen zijn van een conversiestoornis?

Een conversiestoornis kan tijdelijk veel gevolgen hebben voor uw manier van leven. Het kan u bijvoorbeeld beperken in uw privéleven, in relaties met anderen of in uw werk. Dat betekent soms dat u tijdelijk aanpassingen moet maken in uw levensstijl, en dat u er rekening mee moet houden dat u niet alles meer kunt doen.

Het kan ook zijn dat u zich schaamt voor de klachten, of te maken krijgt met onbegrip. Zegt iemand iets vervelends? Praat er dan over met hem of haar. Of bespreek met uw zorgverlener hoe u het beste met vervelende reacties omgaat.

Misschien maakt u zich ongerust, en bent u bang dat de klachten vaker terugkomen of dat u gehandicapt wordt. Dat is gelukkig bijna nooit zo. De klachten bij een conversiestoornis gaan meestal weer over. 

 

Adviezen bij een conversiestoornis

Het kan helpen om de mensen in uw naaste omgeving te vertellen over de conversiestoornis. Vertel dat de klachten plotseling kunnen beginnen en dat u geen invloed heeft op de klachten. Uw omgeving begrijpt uw situatie dan beter.

Raakt u wel eens plotseling het contact met uw omgeving kwijt? Dan is het verstandig uw omgeving te vertellen wat ze dan kunnen doen. Geef daarbij aan wat u prettig vindt. Zo zorgt u ervoor dat de mensen om u heen niet bang worden of in paniek raken. 

Als u niet kunt werken, bespreek dan op tijd met uw bedrijfsarts wat er met u is. U overlegt met uw arts wanneer u weer (langzaam) kunt beginnen. 

Het kan nuttig zijn om iemand mee te nemen naar een gesprek met uw arts, bijvoorbeeld een familielid of een vriend. 

 

Behandeling van een conversiestoornis

Als het duidelijk is dat u een conversiestoornis heeft, bespreekt de huisarts (of neuroloog) met u hoe ze u kunnen helpen bij uw klachten. Welke behandeling nodig is, hangt af van uw klachten en uw persoonlijke situatie.

Bij de meeste mensen gaan de klachten over binnen een dag tot enkele maanden. Het komt niet vaak voor dat iemand langer klachten houdt.

De volgende zorgverleners kunnen helpen bij de behandeling:

  • De huisarts of neuroloog
    Met de huisarts of neuroloog bespreekt u hoe het gaat met uw herstel. U bespreekt hoe u en de mensen uit uw omgeving omgaan met de klachten. Als het niet beter gaat, is er misschien iets in uw situatie waardoor het herstel niet goed gaat. Samen bekijkt u wat het beste voor u is.
  • Psycholoog of psychiater
    Herstelt u niet goed? Dan kan het helpen om met een psycholoog of psychiater te praten. Samen met u kijken zij waardoor u niet goed herstelt. Ook kan een psycholoog of psychiater u helpen om goed om te gaan met de conversiestoornis. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u last heeft van angst of somberheid door de conversiestoornis.
  • Andere zorgverleners
    Afhankelijk van uw klachten kunnen andere zorgverleners u ook ondersteunen. Heeft u bijvoorbeeld geen kracht meer in delen van uw lichaam, of kunt u ze niet meer bewegen? Dan kunt u naar een (psychosomatische) fysiotherapeut gaan. Ook een hypnotherapeut kan u misschien helpen.

 

Medicijnen bij conversiestoornis

Er bestaan geen medicijnen voor een conversiestoornis.

Soms krijgt u toch medicijnen voor de gevolgen van de conversiestoornis, bijvoorbeeld:

  • een pijnstiller, als u pijn heeft door de conversie
  • een antidepressivum, als u depressief of angstig bent door de conversie
  • een slaapmiddel, als u slaapproblemen heeft door de conversie

 

BIJzonderheden over Kinderen met een conversie stoornis

Gevolgen van de conversiestoornis bij kinderen

Voor sommige kinderen heeft een conversiestoornis grote gevolgen. Soms kan uw kind tijdelijk niet alles meer doen wat uw kind zou willen.

Misschien maken u en uw kind zich ongerust, en zijn jullie bang dat de klachten vaker terugkomen, of dat uw kind gehandicapt wordt. Dat is gelukkig bijna nooit zo. De klachten bij een conversiestoornis gaan meestal weer over.

Het kan ook zijn dat uw kind zich schaamt voor de klachten of dat anderen niet begrijpen wat er is met uw kind. Zegt iemand iets vervelends? Bespreek met uw kind en met de zorgverleners hoe jullie het beste met vervelende reacties omgaan.

 

Adviezen bij een conversiestoornis bij kinderen

  • Het kan helpen om de mensen in de naaste omgeving te vertellen over de conversiestoornis van uw kind. Leg uit dat de klachten plotseling kunnen beginnen en dat uw kind geen invloed heeft op de klachten. De omgeving begrijpt de situatie dan beter.
  • Raakt uw kind wel eens plotseling het contact met de omgeving kwijt? Dan is het verstandig de omgeving te vertellen wat ze dan kunnen doen. Geef daarbij aan wat uw kind prettig vindt. Zo zorgt u ervoor dat andere mensen niet bang worden of in paniek raken. 
  • Het is voor uw hele gezin ingrijpend als uw kind een conversiestoornis heeft, ook voor eventuele broertjes en zusjes. U kunt er met de zorgverlener over praten wat de conversiestoornis betekent voor de rest van uw gezin en hoe u uw andere kinderen kunt ondersteunen. 

 

Hoe ondersteun ik mijn kind met een conversiestoornis?

Het kan eng zijn voor u als ouder om te zien dat uw kind deze klachten heeft.

  • Praat over uw eigen gevoelens met mensen die u vertrouwt of met de zorgverlener.
  • Het is belangrijk dat u uw kind steunt:
    • Neem uw kind serieus. De klachten zijn echt, ook al is er geen lichamelijke oorzaak te vinden. Uw kind doet niet alsof.
    • Praat met uw kind over de behandeling. Vertel dat de behandeling kan helpen.
    • Probeer uw kind te stimuleren om de behandeling vol te houden. Laat weten dat u vertrouwen heeft in uw kind. 
    • Vraag verder aan de zorgverlener hoe u de behandeling van uw kind het beste kunt ondersteunen.

 

Behandeling van een conversiestoornis bij kinderen

Als het duidelijk is dat uw kind een conversiestoornis heeft, bespreekt de huisarts (of neuroloog) met u hoe hij/zij uw kind kan helpen. Wat voor behandeling nodig is, hangt af van de klachten. 

Bij de meeste kinderen verdwijnen de klachten binnen een dag tot enkele maanden. Het komt niet vaak voor dat een kind langer klachten houdt.

 

De volgende zorgverleners kunnen uw kind helpen:

  • De huisarts of neuroloog
    Met de huisarts of neuroloog bespreekt u samen met uw kind hoe het gaat met het herstel. U bespreekt hoe uw kind, uzelf en de mensen uit jullie omgeving omgaan met de klachten. Als uw kind niet vooruit gaat, is er misschien iets in de situatie van uw kind waardoor dat komt. Samen bekijkt u wat het beste is voor uw kind.
  • Psycholoog of psychiater
    Herstelt uw kind niet goed? Dan kan het helpen wanneer uw kind met een psycholoog of psychiater gaat praten. Samen met u en uw kind kijken zij waardoor uw kind niet goed herstelt. Ook kan een psycholoog of psychiater helpen met het goed omgaan met een conversiestoornis. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw kind last heeft van angst of somberheid door de conversiestoornis. 
  • Andere zorgverleners
    Afhankelijk van de klachten kan uw kind ook bij andere zorgverleners terecht voor ondersteuning. Heeft uw kind bijvoorbeeld geen kracht meer in delen van zijn lichaam? Of kan uw kind delen van zijn lichaam niet meer bewegen? Dan kan uw kind naar een (psychosomatische) fysiotherapeut gaan. Ook een hypnotherapeut kan soms helpen.

 

Zijn er medicijnen voor mijn kind met een conversiestoornis?

Er bestaan geen medicijnen voor de conversiestoornis zelf.

Soms krijgt uw kind toch medicijnen voor de gevolgen van de conversiestoornis, bijvoorbeeld:

  • een pijnstiller, als uw kind pijn heeft bij de conversie
  • een antidepressivum, als uw kind depressief of angstig is door de conversie
  • een slaapmiddel, bij slaapproblemen als gevolg van de conversie

 

(Born: Thuisarts.nl)

HSK:

Soms verwijzen we naar de HSK groep, die specifieke ervaring heeft met conversie/ functionele stoornissen. Hier kunt U meer over de behandeling met hypnose of katalepsie bij HSK lezen. 

 

Meer informatie over functionele stoornissen en de behandeling ervan