Dementie / ziekte van ALzheimer

 

Wat is het?
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Het is een hersenziekte waarbij door abnormale eiwitstapeling hersencellen geleidelijk afsterven. De hippocampus (het gebied waar het geheugen wordt geregeld) is vaak het eerst aangedaan. Patiënten met de ziekte van Alzheimer verliezen geleidelijk steeds meer hersenfuncties. Het verlies van functies is zo erg, dat het het werk, andere activiteiten en relaties sterk beïnvloedt.

 

Waar heb je last van?
De eerste verschijnselen van de ziekte van Alzheimer zijn meestal verlies van het geheugen (vooral het kortetermijngeheugen) en desoriëntatie. Patiënten vergeten bijvoorbeeld dat ze tien minuten geleden een telefoongesprek hebben gevoerd, of dat ze dezelfde vraag dertig minuten geleden ook al hebben gesteld. Later vergeten ze ook dingen die langer geleden zijn gebeurd. Desoriëntatie begint aanvankelijk met de weg kwijt zijn in onbekende omgevingen, maar later tijdens de ziekte kan het ook in bekende omgevingen (zoals thuis) gebeuren dat patiënten verdwalen.   

Andere verschijnselen zijn:

  • moeite met planning of organisatie;
  • moeite met dagelijkse handelingen, zoals koffiezetten, koken of aankleden;
  • taalstoornissen, zowel het begrip als het vinden van woorden kan gestoord zijn;
  • verandering van karakter of gedrag. Patiënten kunnen onzeker, onrustig (ook ‘s nachts) of juist initiatiefloos worden; 
  • verminderd vermogen om gezichten of voorwerpen te herkennen.

In de loop van de ziekte ontstaat meestal steeds meer afhankelijkheid van anderen voor de dagelijkse verzorging. Veel patiënten komen uiteindelijk in een verpleeghuis terecht. De gemiddelde ziekteduur is tussen de 8 en 13 jaar.

 

 

Wat is de oorzaak?
Bij de ziekte van Alzheimer vindt er een abnormale samenklontering van eiwitten (amyloid en tau) plaats in de hersenen. Hierdoor sterven de hersencellen af. We weten niet waarom deze eiwitten samenklonteren bij de ziekte van Alzheimer.  De belangrijkste risicofactor is oudere leeftijd. Bij een heel klein deel van de patiënten is er een genetische oorzaak (minder dan 5%). In dat geval openbaart de ziekte zich op jongere leeftijd (gemiddeld tussen de 30 en 50 jaar).  

 

Rechts atrofie (hersencel verval) bij de ziekte van Alzheimer

Hoe wordt de diagnose gesteld?
De neuroloog stelt zijn diagnose op basis van:

  • de anamnese: waar heeft de patiënt last van;
  • de hetero-anamnese: wat merkt de partner of iemand anders uit de directe omgeving;
  • neuopsychologisch onderzoek: testen van hersenfuncties door specialist, verpleegkundige of neuropsycholoog;
  • meestal een MRI- of CT-scan van de hersenen. Soms wordt ook een lumbaalpunctie of EEG verricht. 

Wat kun je eraan doen?
Helaas bestaat er nog geen manier om de ziekte van Alzheimer te genezen. Er zijn wel medicijnen die de geheugenproblemen in het begin kunnen verminderen, namelijk de acetylcholinesteraseremmers rivastigmine (Exelon) en galantamine (Reminyl). Deze medicijnen werken echter niet bij alle patiënten en verhelpen ook niet alle klachten. Bij gevorderde ziekte van Alzheimer, wanneer gedragsproblemen de dagelijkse verzorging belemmeren, kan Memantine (Ebixa) worden voorgeschreven.

 

(Bron: Nederlandse Vereniging voor Neurologie)

In de hersencellen ontstaat stapeling van tau eiwitten ("neurofibrillary tangles"), tussen de hersencellen ophoping van het eiwit beta-amyloid ("amyloid plaques")

Informatie op het internet:

Autorijden en dementie

Zodra je naaste de diagnose dementie heeft, is ze in principe onbevoegd om auto te rijden. In geval van 'zeer lichte'
of 'lichte' dementie kan je naaste een speciale rijtest aeggen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
Als ze daarvoor slaagt, mag ze in elk geval nog een jaar rijden.


Geen rijtest? Eigen risico!
Dat je naaste zo lang mogelijk wil blijven autorijden, is begrijpelijk. Zo behoudt ze haar gevoel van onafhankelijkheid.
Maar op een gegeven moment wordt het onverantwoord dat ze nog zelf rijdt. Voor jou kan het lastig zijn om haar dat te
zeggen. In het lmpje ‘Moeten we het rijbewijs al afpakken’ vertellen mantelzorgers hoe ze uiteindelijk besloten hun
naaste te vertellen dat ze echt niet langer kon autorijden.
Zodra de diagnose dementie gesteld is en zolang het CBR geen uitspraak heeft gedaan over de rijvaardigheid van je
naaste, zit zij op eigen verantwoording achter het stuur. Het is goed je dat te realiseren. De verzekeraar mag dan
namelijk weigeren uit te keren bij een ongeluk. Dat is het geval als uit onderzoek blijkt dat je naaste met de diagnose
dementie en zonder het aeggen van de rijtest van het CBR heeft gereden.
Bekijk de video hieronder en zie hoe mantelzorger Marjolijn ervoor zorgde dat haar vader stopte met autorijden.


Rijbewijs houden? Licht het CBR in
Dementie kan al in een vroeg stadium worden aangetoond. Daarom mag je naaste kort na de diagnose haar rijbewijs
soms nog een tijdje houden. Een voorwaarde daarvoor is wel dat ze de diagnose dementie aan het CBR doorgeeft.
Daarvoor dien je een 'Gezondheidsverklaring' (voorheen Eigen Verklaring) te kopen bij het CBR. Dit kun je doen via de
website van het CBR. Wil je naaste de verklaring liever op papier invullen? Dan kun je de verklaring ook bij de meeste
gemeenten kopen. Vraag na bij jouw gemeente of dit mogelijk is. Vervolgens stuurt je naaste de ingevulde verklaring
samen met een recent onderzoeksrapport van de neuroloog, psychiater of geriater over de aard en de ernst van de
dementie. Ook moet er een CDR-classicatie (
) bij zitten. Heeft je naaste een score van 0,5 of 1 CDR, dan wordt ze uitgenodigd voor een rijtest.
Mogelijk heeft je naaste geen recent onderzoeksrapport met CDR-classicatie. In dat geval kan het CBR haar op grond
van haar Gezondheidsverklaring naar een neuroloog of geriater doorverwijzen. Dit consult is meestal voor eigen
rekening. Lees hier meer over tarieven bij rijbewijskeuringen.


Test gehaald? Rijbewijs voor een jaar
Tijdens de rijtest beoordeelt een deskundige van het CBR in welke mate de dementie het rijgedrag van je naaste
beïnvloedt.
Legt je naaste de test met goed gevolg af, dan krijgt ze een 'Verklaring van geschiktheid'. Daarmee kan ze een nieuw
rijbewijs aanvragen. Dat is een jaar geldig. Als ze na een jaar opnieuw in aanmerking wil komen voor deze verklaring,
moet ze de keuringsprocedure opnieuw doorlopen. Je naaste ontvangt hiervoor een herinneringsbrief. Het is belangrijk
dat de Gezondheidsverklaring ruim op tijd wordt aangevraagd, omdat de toetsingsprocedure vier maanden kan
duren. Als ze door het CBR nog steeds rijgeschikt wordt bevonden, kan je naaste een nieuw rijbewijs aanvragen dat weer
een jaar geldig is.
Wil je meer lezen over rijgeschiktheid en de de rijtest? Lees dan verder op de website van het CBR.


Licht ook de verzekering in
Om goed verzekerd te zijn, dient de verzekeringsmaatschappij van je naaste een kopie van het nieuwe rijbewijs en van de
brief van het CBR te ontvangen. Het is verstandig om een schriftelijke reactie te vragen en deze bij de polis te bewaren.
Daarmee kan je naaste na een eventuele aanrijding aantonen dat de verzekeringsmaatschappij op de hoogte was van de
veranderde situatie.


Wat te doen als je naaste niet wil stoppen met rijden?
Je naaste heeft door haar ziekte weinig inzicht in haar situatie. Dat kan het lastig maken haar ervan te overtuigen dat ze
echt moet stoppen met rijden. Autorijden geeft een gevoel van onafhankelijkheid. Het is moeilijk om dat je naaste af te
Clinical Dementia Rating

Clinical Dementia Rating
De CDR-classicatie is een schaal voor de ernst van de symptomen van dementie. Deze wordt bepaald op zes
verschillende ‘domeinen’: geheugen, oriëntatie, oordeelsvorming, sociale vaardigheden, huishouden/hobby’s en
persoonlijke verzorging. Op elk van deze domeinen wordt een score vastgesteld tussen CDR 0,5 (zeer lichte
dementie) tot CDR 3 (ernstige dementie). De totaalscore is de gemiddelde score voor de zes domeinen.

(Bron: Alzheimer Nederland)