Dr. Hoitsma over MS

 

verbonden op anderhalve meter afstand

 

 

Na een lange dag vol telefonisch overleg leg ik vermoeid de telefoon neer. Ik mis het

directe contact met patiënten en collega’s en realiseer me hoe belangrijk het hebben

van contact voor me is. Mijn dagen zijn sinds de komst van het coronavirus enorm

veranderd.

 

Met alle dreiging en onzekerheden moesten er snel ingrijpende keuzes gemaakt worden. Wat is

er veel overlegd, samengewerkt, taken verdeeld! In rap tempo is het aantal IC-bedden verdubbeld,

op de eerste hulp is een coronastraat gerealiseerd met een extra CT-scanner, verwijzingen werden

gescreend op urgentie en alle niet-acute zorg werd afgebeld. Wat is er veel overleg geweest. Binnen de

eigen regio, maar ook landelijk tussen bijvoorbeeld MS-neurologen en internationaal werd kennis

uitgewisseld, afgestemd en werd van elkaar geleerd. Samenwerking is een enorm krachtig instrument

tegenover zoiets bedreigends als een virus!

 

Door het coronavirus zijn diverse patronen plotseling onderbroken. Consulten vinden nu bijvoorbeeld grotendeels telefonisch plaats. Dat blijkt vaak  verrassend goed te kunnen. Het scheelt patiënten een rit naar het ziekenhuis en wachtkamertijd.

Maar ik mis het directe contact wel. Een mens heeft contact nodig. Het is zelfs dankzij deze eigenschap

dat de mens zo succesvol is. Ik denk aan een stuk van Rutger Bregman waarin hij beschrijft hoe het kan

dat de mens, de Homo sapiens, de wereld is gaan beheersen. Dat is opmerkelijk want neanderthalers

en bijvoorbeeld chimpansees zijn een stuk sterker en kunnen beter vluchten, klimmen en rennen.

Het brein van neanderthaler was gemiddeld vijftien procent groter dan het onze nu. Slimmer zijn we ook

niet direct, blijkt uit meerdere onderzoeken. Maar in één eigenschap is de mens superieur aan andere

diersoorten en zijn uitgestorven voorgangers: het vermogen om iets te leren van een ander. En dit

blijkt onze allergrootste kracht. Bregman beschrijft een manier om dit te begrijpen. Stel je twee

menssoorten voor: genieën en na-apers. De genieën zijn briljant maar niet erg sociaal. Een

op de tien genieën doet een uitvinding. Als iemand een uitvinding doet draagt diegene dat slechts aan

een ander over. Dus één op de vijf genieën zal de uitvinding uiteindelijk leren, waarbij de helft het zelf

heeft uitgevogeld en de andere helft het van een ander heeft.

 

De na-apers zijn minder intelligent, maar tien keer zo sociaal. Slechts een op de duizend na-apers doet een uitvinding maar diegene draagt dat tien anderen over. Wat blijkt? Liefst 99,9 procent van de na-apers zal het uiteindelijk kunnen! Als genieën een razendsnelle Mac waren, dan waren na-apers een ouderwetse pc – maar mét wifi: dommer, maar beter verbonden.*

Momenteel wordt op vele plaatsen in de wereld kennis gedeeld en intensief samengewerkt en zie je de enorme kracht die daarin schuilt. Ik bedenk me dat we ondanks de huidige anderhalve meter afstand

als mensen heel sterk verbonden zijn. En dat juist dat onze kracht is in de strijd tegen het virus. Want kennis is macht, kennissen is machtiger en kennis delen is macht verheffen!

 

* Uit: De meeste mensen deugen, Rutger Bregman

Een mens heeft contact nodig. Het is zelfs dankzij deze eigenschap dat de mens zo succesvol is.

 
Dr. E. Hoitsma, neuroloog